Vandaag is Kevin terug mee naar Duinkerke. Hij ontmoet voor het eerst Himdad en Firsat.
Ik ben zo blij dat ik ze eindelijk aan elkaar kan voorstellen. En het zit natuurlijk direct goed.
We gaan nog eens het hele kamp rond om te kijken waar hulp nodig is. Best een opgave, want alweer is het een grote chaos en heeft niemand echt goede en bruikbare informatie. Elke dag verandert er zoveel, dat als je er een week niet bent geweest, je weer van voor af aan moet beginnen.
We ontmoeten alweer heel veel Britse vrijwilligers, waaronder de gebruikelijke bekende gezichten. Het kamp barst uit zijn voegen. Eigenlijk is er geen plaats meer voor nieuwe tenten. Het gaat hier om duizenden mensen die in de modder slapen en in de openlucht moeten koken, zich wassen en hun kinderen opvoeden. Schrijnend.
Er gaan geruchten door het kamp. De sfeer is gespannen. Geruchten over een nakende ontruiming. De burgemeester zou maatregelen willen treffen: een nieuw, humanitair kamp, gebouwd met overheidsgeld, dat dit modderige, illegale kamp zou moeten vervangen. Iedereen is bang, want ze vertrouwen het zaakje niet. We zullen moeten afwachten om te zien wat het wordt.
Himdad en Firsat brouwen alweer thee voor ons. Op een kookvuur in de buitenlucht. Ze gebieden ons te gaan zitten en uit te rusten van al ons harde werk. Kevin belooft dat we de dag nadien zouden terugkomen met nieuwe voorraden voor hun keukentje. Uiteraard hadden we vandaag ook weer van alles mee. Ook voor andere vluchtelingen die we ontmoeten terwijl we de ronde doen.
Imogen en Marni, twee Britse vrijwilligers, kwamen ook nog even langs bij Himdads tent. We gaan allemaal samen met Himdad op de foto. Daar staat hij op. En we moesten hem beloven dat we hem de foto zouden toesturen. Firsat belooft ons alweer een echte Koerdische maaltijd eens hij in Engeland is aangekomen. Hij schaamt zich voor het weinige dat hij ons kan aanbieden. Hem geruststellen werkt niet. Hij heeft het er zichtbaar moeilijk mee.
Na een lange dag keren we huiswaarts met een nieuw plan voor de dag nadien. Maar eerst moeten we nog even snel Lisa, een Noord-Ierse vrijwilligster, naar Brussel brengen. Dat hadden we beloofd. Zodat ze tijdig haar vliegtuig kan halen. We waren nog geen 10 minuten vertrokken of Lisa lag al te slapen op de achterbank. Ze had net 10 dagen zowat in het kamp gewoond en was blij met de tussenstop bij ons thuis om nog een warme douche te kunnen nemen voor we naar Brussel doorreden.
Geef een reactie